Kelly zegt foert!

Vergeet niet te kijken naar je kindertijd

Aflevering 28

Weet jij wat de invloed van je kindertijd was op hoe jij leeft, werkt en je in relaties beweegt? Durf jij kijken naar wat jou is overkomen, zodat je wat je niet meer dient aan overtuigingen en waarheden achter je kunt laten? Deze aflevering is een vriendelijke uitnodiging om dat minstens te overwegen. 

Dit vertel ik:

  • Welk boek mij inspireerde tot het maken van een aflevering over terugkijken

  • Waarom ik geloof dat het belangrijk is om af en toe terug te blikken, en niet enkel uit nostalgische overwegingen

  • Wat een goede coach of therapeut voor je kan betekenen, ook als je er misschien wat weerstand over voelt

  • Hoe ik weet dat iemand een pittige kindertijd had, zelfs als ze dat zelf nog niet beseffen

  • Welke dingen mensen geloven, en welke invloed dat heeft op hun bestaan

  • Wat je in handen kunt nemen en wat niet

Hier heb ik het ook over:

Hey daar, welkom in deze aflevering van Kelly zegt Foert. Ondertussen is het voor mij al bijna herfstvakantie, how in the world eigenlijk? Hoe is dat allemaal kunnen gebeuren en zo snel weer?

Ik ben terug van een zalige week in New York, wat een heerlijke stad is dat toch? Blij dat ik er nog eens was, dat was ondertussen twaalf jaar geleden, en het voelde als thuiskomen.

Lekker gegeten, veel gezien, gewinkeld, er geweest, belachelijk veel stappen gezet in de zon, eigenlijk exact wat ik nodig had voor ik hier voor echt aan de herfst begon.

Het was een cadeau voor mijn mentale gezondheid, en aangezien dat een onderwerp is dat mij zeer belangrijk is, zeker op vlak van vaker foert zeggen, gaan we nog wat verder met deze -volgens mij belangrijke- aflevering.
---

Het was in New York toen ik aan het scrollen was op mijn hotelkamer dat ik zag dat een van mijn favoriete schrijvers een nieuw boek uithad over een van de onderwerpen die mij na aan het hart liggen: therapie.

Ik heb het over Alain De Botton, de Zwitsers-Britse filosoof van the School of Life, die met zijn “A therapeutic journey” direct een lichtje op mijn dashboard deed branden en mij zo naar het leukste boekhandeltje aan Rockefeller Plaza kreeg, waar ik het mooie boek kocht en ondertussen verslond op het vliegtuig.

Deze aflevering gaat over iets waar Alain in het boek het belang van onderstreept, en waar ik het zwaar mee eens ben, ook al zie ik rond me dat heel veel mensen daar veel weerstand tegen hebben: kijken naar het effect van je kindertijd op je patronen en hoe jij nu leeft.

Al dan niet met de hulp van een therapeut of coach.

Ik ga in deze aflevering wat dingen adresseren waar jij misschien weerstand tegen voelt, en je vertellen waarom ik het zo essentieel vind om met zachtheid te kijken naar je eigen kindertijd, en waarom het volgens mij en heel wat anderen zelfs nadelig is om ervan te blijven wegkijken.

Ben je er klaar voor? Ik in elk geval wel.
---

Het kan dat je al een en ander hebt gevoeld bij het beluisteren van de intro van deze aflevering.

Als je al stappen hebt ondernomen om aan je mentale gezondheid te werken, al dan niet na een crisis, dan ben je je er misschien van bewust dat sommige van onze problemen vereisen dat we minstens een blik werpen op onze kindertijd. Met mildheid en nieuwsgierigheid voor onszelf en de mensen die er een hoofdrol in hebben gespeeld.

Het kan dat je dat tot nu toe uit de weg bent gegaan, misschien omdat je niet gelooft dat terugblikken op wat is geweest veel zin heeft.

Je kunt je kindertijd immers niet veranderen, dat is punt 1, en punt 2: het zou wel eens kunnen dat daar dingen te zien zijn waar je misschien niet graag naar terug kijkt. Of gevraagd wordt om dingen in vraag te stellen die jij al heel je leven oprecht geloofd, ook al zorgen die overtuigingen voor problemen met je mentale gezondheid of in je relaties of je werk.

Misschien ben jij ervan overtuigd dat er simpelweg niks meer te rapen valt in je verleden, want we leven in het nu, en wat geweest is is geweest.

Misschien denk jij dat wat in je kindertijd gebeurd is weinig tot niet van invloed is op je dagelijks leven en op je werk en je relaties. Dan nodig ik je vandaag van harte en met enige dwang uit om dat nog eens opnieuw te mogen en durven bekijken.

Alain De Botton legt het belang van je kindertijd voor hoe je je ontwikkeld hebt uit als het leren van een taal: tussen onze geboorte en onze vijfde verjaardag pikten wij allemaal zot veel woorden, vervoegingen, zinscombinaties en dubbele betekenissen op, zodat we al op jonge leeftijd sterker werden in taal dan een gemiddelde computer.

Maar we leerden ook een emotionele, psychologische taal binnen ons gezin van oorsprong waar we ons dikwijls veel minder van bewust zijn.
Daarnaast kregen we allemaal bepaalde overtuigingen mee. Over andere mensen, over de wereld, over wat veilig of wenselijk is en wat niet, over wat mag en kan en wat niet.

We zijn het gewoon om te geloven wat we denken, en dat eigenlijk ook niet in vraag te stellen tot een probleem of crisis je wijst op bepaalde hardnekkige denkpatronen die misschien wel niet gedeeld of geëntertaind worden door andere mensen. Ook al weten we dat dus meestal niet, dat wat wij hebben geleerd te geloven ons meegegeven is door onze ouders op opvoeders die daarin hun eigen rugzak met ervaringen en overtuigingen hadden. En dat vaak ook niet wisten van zichzelf.

Als je een angstige ouder hebt gehad, dan is de kans niet onbestaande dat jij door een compleet andere bril door de wereld kijkt dan iemand die een onverstoorbare ouder had. En dan nog: soms zijn ouders niet onverstoorbaar, maar lijkt dat alleen maar zo, omdat ze op vlak van hun zenuwstelsel in standje bevriezen zitten, en dat standje kan verward worden met rust.

Om maar te zeggen: het is lang niet altijd wat het lijkt. En dat voelen wij, als hele jonge kindjes. En als de volwassenen die we geworden zijn, met die hele jonge kindjes nog in ons.
---

Die volwassenen hebben bepaalde keuzes gemaakt, en het voelt soms lang alsof die keuzes bewust waren. Wat we studeerden, de job waar we voor gingen of voor uitgekozen werden, de relatievorm die we kozen en de partner waarmee we samen zijn.

Als we niet beseffen dat we allemaal voor een groot stuk gevormd werden door onze kindertijd en de verhalen die we meekregen tijdens onze opvoeding, dan hebben we op dat vlak een hoop blinde vlekken.

En kan het dat we niet beseffen dat we van alles proberen te bewijzen door bepaalde dingen te kiezen.

Bij mensen die een kindertijd gehad hebben waarin ze aandacht hebben gemist, het gevoel hadden niet of weinig gezien te worden of ontbeerd geweest te zijn van bepaalde fysieke of mentale zorg, kan hun werk bijvoorbeeld het middel bij uitstek zijn om te bewijzen dat ze bestaansrecht hebben. Ze doen om aan de wereld te bewijzen dat ze er mogen zijn. Terwijl dat natuurlijk niet eens bewezen moet worden.

Heel veel nood hebben aan externe waardering is dikwijls een bewijs van een kindertijd waarin geleerd werd, bewust of onbewust, dat je maar iets waard bent als mens als je iets doet voor iemand anders. Als je produceert, flink en goed bent, zo hard werkt als je kunt. Ik zie als coach heel veel mensen die via veel te hard werken en vooral nooit stil vallen proberen te bewijzen dat ze geen slechte, luide, vadsige mensen zijn. En maar blijven lopen om die angst nooit echt in de ogen te moeten kijken. Misschien herken jij dat wel.

Het zijn meestal de mensen die nooit iemand willen teleurstellen omdat ze bang zijn dat dat bewijst dat ze een slecht mens zijn, die zo lang door gaan dat ze een mentale breakdown nodig hebben om te beseffen dat anderen teleur moeten stellen niet het einde van de wereld of hun leven betekent.

Dat de wereld blijft draaien, ook als zij stoppen met bewijzen. Dat er mensen zijn die voor hen willen zorgen, ook als ze niet langer produceren of spelen dat alles helemaal goed gaat.

Als die mensen dan in therapie gaan, of een coach zoeken, dan komen ze na een tijd tot de soms behoorlijk ontregelende vaststelling dat niet alles dat ze geloven ook daadwerkelijk waar is, nodig is of te verkiezen. Een goede therapeut of coach helpt om mensen met liefde te wijzen op hun eigen aandeel in hun lijden.

Niet door te ontkennen dat er van alles gaande is in hun leven, maar hen weg van de echte wereld met nieuwsgierigheid te vragen naar wat zij geloven over zichzelf en anderen, hoe zij praten tegen zichzelf als het niet gaat zoals verwacht, wat ze verwachten van zichzelf en anderen, en hoe de grootste vijand van veel mensen soms tussen hun oren zit, in de vorm van een koor dat dag in dag uit ongestoord herhaalt wat de mensen die als kind voor hen zorgden hen zeiden: dat mensen het niet goed met hen voorhebben. Dat ze niet goed genoeg zijn of doen. Dat iedereen hen dwaas vindt als ze uit de kamer zijn. Dat ze zichzelf dus maar beter uit de naad werken om te bewijzen dat ze het waard zijn om plaats in te nemen op het werk of in hun leven. Of wat dan ook hun automatische gedachten mogen zijn.

Burn-outs en breakdowns mogen dan wel aanzien worden door ziektes van een nieuwe tijd, kindertijden hebben altijd al effect gehad op mensen, alleen zijn we ons er pas behoorlijk recent van bewust geworden, van de oorzaak en het effect.

Niemand vroeg zich in de middeleeuwen af waarom de koning zo veel woede-uitbarstingen had, de visboer zo in zichzelf was gekeerd, de ridder impotent was of niet in staat tot het hebben van een liefdesrelatie.

Het werd niet in vraag gesteld, maar het speelde wel.
We worden wie we zijn door wat ons overkomt als kind.
Welke lessen we daaruit leren, welke verbanden we leggen tussen dingen, hoe onlogisch soms ook.

Zo simpel is het.

De boodschappen en signalen die je meekrijgt van de mensen die je opvoeden, ga je na een tijd ook internaliseren.

Hun stemmen zitten nog altijd tussen je oren, ook nu, en als mensen zich niet bewust zijn van het feit dat hun gedachten niet de waarheid en niks dan de waarheid zijn, maar een interpretatie van de waarheid die hen is ingelepeld, dan voer ik als coach soms hele boeiende gesprekken.

Soms zegt iemand: jij vindt de wereld toch ook en vreselijke plek?

En dan zeg ik: neen, vertel daar eens wat meer over.
Hoe komt het dat jij daar zo hard van overtuigd bent?

Of: jij bent het er toch ook mee eens, dat mannen alleen maar uit zijn op seks?
Dan zeg ik: boeiend, tell me more.
Of dat echte liefde betekent dat je volledig opgaat in de ander, en alleen nog maar zorgt en voorziet en ondersteunt tot erg niks meer van je overblijft. Dan zeg ik: of niet. Vertel eens hoe jij dat ziet en wat je gelooft, en vooral: waar dat jou nu brengt en of dat eigenlijk wel is waar jij wilt zijn.

Of wat jij liefde noemt ook daadwerkelijk voelt als liefde.
Of eerder als controle, manipulatie of angst.

Want wat voor jou voelt als de waarheid, is daarom helemaal mijn waarheid niet.

Het is de taak van een coach of therapeut om aan de slag te gaan met de verhalen die de innerlijke wereld kleuren van diegene die voor hen zit.
De verhalen waar zij soms zo hard van overtuigd zijn geraakt, dat ze ervan uitgaan dat iedereen dat verhaal leeft. Maar dat is natuurlijk niet zo.

Wat je gelooft heeft evenwel enorm veel invloed op wat je doet of niet doet. Dat is het stuk dat we in de hand hebben als mens. Niet wat ons overkomt, maar de betekenis die we geven aan wat ons overkomt, en aan de dingen waarmee we in ons leven en op deze wereld in aanraking komen.

Ik zeg soms dat ik mensen help om de leugen te vinden in hun waarheid.
Of beter: in hun gedachten die klinken als de waarheid.
Gedachten die ze meestal ingelepeld kregen, en vaak al van toen ze nog heel jong waren, en niet te kiezen hadden wie tegen hen sprak of op andere manieren subtiele en minder subtiele boodschappen in hun kleine, bijzonder beïnvloedbare hoofdje prentte.

Als jij opgevoed bent door een moeder die op jonge leeftijd werd aangerand, en zij probeert jou bewust of onbewust te beschermen door te zeggen dat alle mannen iets van je willen, dan kan je je voorstellen dat dat invloed heeft op hoe jij je in relaties waagt en begeeft.

Als jouw ouders bang waren voor schaarste, omdat ze bijvoorbeeld de oorlog hebben meegemaakt, dan kan het dat jij alles door een bril van schaarste blijft zien, ook al heb je honderd keer meer dan zij toen.

Het kan dat je stemmen tussen je oren hebt die dingen zeggen als:

- je mag nooit iemand vertrouwen
- je moet altijd zorgen dat jij pakt wat je kunt krijgen
- het is vooral belangrijk dat jij van niemand afhankelijk bent
- kwetsbaarheid tonen is het laatste dat je doet als je verliefd bent
- verwacht nooit hulp van anderen, de wereld is elk voor zich
- zorg dat je veilig bent door te doen wat anderen van je verwachten
- het niet eens zijn met iemand anders brengt je in gevaar
- lachen en mooi zijn gaat je ver brengen

Klinkt belachelijk?

Ik zeg soms tegen mensen dat het zo belangrijk is om het zinnetje te vinden dat je leven drijft.

De overtuiging die ervoor zorgt dat je doet wat je doet, ook al wil je graag iets anders doen.

Heel vaak is dat een geleende geloofsovertuiging, die ons soms van generatie op generatie door werd gegeven als de waarheid.

En als we niet kijken naar waar die overtuiging vandaan komt en van wie we dat hebben geleerd, dan geraken we er niet van af en blijven we tegen dezelfde muren lopen.
---

En dan is er nog iets.
Iets dat ik zo belangrijk vind om te weten.

Als mensen niet willen kijken naar hun kindertijd, en we graven en koteren daar wat dieper in, dan komt er dikwijls iets naar boven dat jij misschien ook denkt nu.

“Mijn ouders hebben hun best gedaan, en ik wil niet ondankbaar zijn.” Of ook: “ik wil het gesprek niet aangaan over mijn kindertijd met mijn ouders.” Dat eventueel conflict of gedoe is het me niet waard.

Dan zeg ik: ik heb goed nieuws.
Dat moet allemaal niet.

Je moet geen ruzie hebben met je ouders om te kijken naar je verleden.
Je ouders hoeven het zelfs nooit te weten.
Niemand heeft er zaken mee als jij dat verkiest.

Dit gaat over jou.

Het is niet zo dat je anderen liefde moet ontnemen om jezelf te kunnen begrijpen. Ook niet dat kijken impliceert dat je actie moet ondernemen naar je ouders toe, of op zoek moet naar hun goedkeuring van jouw ervaring. Neen jong, laat het. Je moet just niks en je hebt compleet niks te bewijzen.

Begin met kijken, met nieuwsgierigheid, zonder enige druk om actie te ondernemen of de goedkeuring van anderen te zoeken. Dit gaat eerst en vooral over jouw eigen goedkeuring en erkenning van wat jou is overkomen, en wat dat met jou doet en heeft gedaan. Zonder dat daar iemand anders bij moet komen. Zonder dat iemand anders het eens is met jouw ervaring. Richt je blik naar binnen, niet naar buiten. En zie het ook, als je de neiging hebt om goedkeuring te zoeken in het oordeel van een ander. Niet nodig. Jij bent diegene die jou alle toestemming mag geven. Niet vergeten.

En ik weet het: niet kijken voelt op korte termijn dikwijls makkelijker en veiliger dan wel kijken. Dat is de reden dat we ervoor kiezen om het niet te doen of uit te stellen. Maar op lange termijn zijn er een paar grote nadelen verbonden aan wegkijken.

---

Niet kijken heeft het gigantische nadeel dat je de neiging hebt om het mes op jezelf te richten.

Dat is hoe het gaat.

En wel hierdoor: kinderen zijn onwaarschijnlijk loyaal aan hun ouders. Ze doen er alles aan om te geloven dat hun ouders de zorgzame, mooie figuren zijn die ze nodig hebben. Als een kind moet kiezen tussen slecht denken over zijn zorgfiguren of over zichzelf, dan is het minder erg om te geloven dat er iets mis is met zichzelf dan dat het zou moeten inzien dat zijn of haar ouders niet in staat zijn om het op afdoende wijze graag te zien.

Sterker nog: hoe problematischer de kindertijd, hoe loyaler kinderen zijn als ze het hebben over hun ouders, en hoe meer ze de negatieve kanten wegduwen om te focussen op wat wel goed was. We verkiezen zelfhaat boven de gedachte dat onze ouders niet in staat waren om voor ons te zorgen of graag te zien, omdat dat te verpletterend is om bij stil te staan. Dus zal het wel aan ons liggen, dat we werden genegeerd of op wat voor manier dan ook niet de zorg kregen waar we nood aan hadden.

Als jij last hebt van een hele strenge, innerlijke stem die je constant zegt dat je niet genoeg bent of doet, dan heeft dat misschien te maken met hoe jij jouw kindertijd hebt ervaren.

Dat hoeft niets te maken te hebben met een traumatische, hele erge gebeurtenis.

Trauma is hoe je de dingen die je overkomen zijn hebt ervaren, en of je daar de capaciteit voor had, of op vlak van je zenuwstelsel volledig in het rood moest gaan. Met alle gevolgen van dien, naar wat je gelooft over jouw capaciteit en veerkracht en wat er nog zit van oude pijn die op de meest onmogelijke momenten wordt geactiveerd alsof wat je ooit zo overweldigde opnieuw aan het gebeuren is.

Je kunt je trauma-gevoel herbeleven telkens je een mail of telefoon krijgt op je werk, omdat je een geloofsovertuiging eigen hebt gemaakt dat alles altijd helemaal mis zal gaan en jij niet capabel bent om het op te lossen. Al was het telefoontje waardoor je lichaam in het rood ging alleen maar de bank om te zeggen dat je nieuwe kaart binnen is, voor je lichaam voelt het wel alsof je in levensgevaar verkeerde. Je hebt alle mogelijke stresshormonen voelen vrijkomen, en soms doe je dat al zo lang op elk moment van de dag, dat je je eigenlijk fysiek nooit nog veilig voelt, maar altijd aan het scannen bent op mogelijk gevaar. En dat ook overal ziet.

Hiernaar durven en mogen kijken heeft niks te maken met iemand de schuld geven. Je ouders zijn grootgebracht met de boterhammen die ze zelf hebben gekregen. Dat mag je zeker zien en begrijpen. Maar je mag ook zien en begrijpen en erkennen dat jouw ervaring pijnlijk kan geweest zijn, los van of iemand deed wat hij kon. Het kan dat iedereen deed wat binnen capaciteit lag, en dat het voor jou niet voldoende was. Dat het sporen heeft nagelaten in je hoofd, en dat je daar pijn over voelt.

In therapie gaan en kijken heeft niks te maken met een mes in de rug steken van je zorgfiguren. At all. Je kunt dankbaar zijn voor wat er was, en erkennen dat jij meer nodig had. Het hoeft niet of te zijn.
---

Kijken naar je kindertijd gaat voor mij over jezelf zien, begrijpen en kennen. Je geschiedenis speelt sowieso mee. Er zit nog altijd een klein kindje in jou dat zich soms uit in je impulsieve reacties, in wat je kiest te tolereren, in hoe je je gedraagt op je werk, in je relaties, in wat je aangaat en wat je juist vermijdt.

Iedereen heeft bepaalde verwondingen overgehouden aan zijn kindertijd. Kleine en grote.

Ruzies tussen mensen zijn zo anders als je je basiswonde kunt adresseren. Bij de ene is dat angst om verlaten te worden. Bij de ander om niet goed genoeg te zijn of te doen. Of door niemand gehoord of gezien worden.

De meeste ruzies gaan niet over een handdoek die is blijven slingeren in de badkamer, maar zijn terug te brengen op één van deze basisdingen. Het helpt om ruzie te maken door te adresseren wat iets voor jou oproept.

Als jij die handdoek niet opraapt, dan denk ik dat je mij niet respecteert, en dan word ik heel verdrietig, want bij mij thuis werd er nooit rekening met mij gehouden en dat komt allemaal naar boven als ik zie dat je weer een boeltje van de badkamer hebt gemaakt is iets helemaal anders dan “jij doet nooit dit en dat”.

Of ook: ik wil niet lastig doen, dus zeg ik weken niks over die handdoek en die tandenborstel en het toilet, en doe ik alles zelf zoals ik heb geleerd, maar zit er steeds meer verbittering achter mijn glimlach maar ben ik bang dat ik je ga wegjagen als ik niet dankbaar ben, dus zwijg ik, en word ik steeds eenzamer en ongelukkiger in onze relatie, terwijl jij waarschijnlijk geen benul hebt.

Alain De Botton zegt dat je aan de start van een relatie zou moeten kunnen vragen op welke manier de ander een beetje gek is.

Dit is mijn kwetsuur, wat is de jouwe?
Dit zijn mijn neigingen, en het kan handig zijn om dat te weten.

Versus: kijk eens hoe onbeschadigd ik ben.

Het komt toch uit, geloof me.

En dat bevragen en bekijken gaat veel beter als je iemand ontmoet die al wat heeft gekeken, ook naar de gevolgen van zijn kindertijd.

Het is net als mensen aangeven dat ze een makkelijke kindertijd hebben gehad of supersimpel zijn om mee samen te leven, dat je volgens Alain een probleem hebt in bewustzijn.

Als iemand dat zegt, leg dan wat geld op de tafel en vertrek, zegt hij grappend.

Maar ik ben mee in zijn betoog.
Psychologisch bewustzijn langs beide kanten is zo verrijkend voor relaties omdat het ervoor zorgt dat je je impulsieve reacties en patronen niet als een muur voor je optrekt om vooral niet kwetsbaar te moeten zijn.

Als je dat niet kunt, dan blijft het op de façade hangen. Dat soort relaties heb ik ook gehad, en er is weinig dat voor mij zo weinig voldoening geeft dan elkaar benaderen vanuit je ego en vooral niet kwetsbaar durven zijn.

Al was het ook omdat die mensen dikwijls erg gewrongen zitten in een paar coping mechanismes: ofwel geven ze zichzelf voor alles de schuld, ofwel geven ze anderen de schuld en gaan ze in een slachtofferrol.

Misschien heb jij wel mensen in je omgeving die één van die twee strategieën hanteren, of doe je dat zelf.

Het probleem is dat ze echt niet helpend zijn.
Ofwel doe je jezelf pijn, ofwel geef je al je kracht weg aan anderen.

Het is pas als je echt durft kijken, dat je ziet wat je in de hand hebt en wat niet, en welke rol jij speelt in je eigen lijden.

Net daarom kan ik iedereen aanraden om - al dan niet onder begeleiding- te werken aan bewustzijn rond het soort kindertijd dat je hebt gehad, hoe er voor jou werd gezorgd, wie er was als je het lastig had, of je het lastig mocht hebben.

Daarnaast is het boeiend om te weten wat jouw hechtingstijl is, wat jou triggert, wat jouw default manier is van omgaan met wat je triggert, wat de geloofsovertuigingen zijn waar jij naar handelt, en hoe je jezelf kunt troosten en ondersteunen.

Je hoeft niet te blijven denken en geloven wat mensen je over jou en je capaciteiten hebben verteld. Je bent niet verplicht om in je eigen weg te blijven staan, omdat mensen je hebben doen geloven dat je niet goed genoeg bent.

Het is me dan ook een zot genoegen om mensen te helpen met kijken, wenen, voelen, graven en koteren. Het is het meest dankbare werk dat ik al ooit heb gedaan.

Mensen helpen om hun loodzware schild van perfectionisme te leren afleggen, in ruil voor authenticiteit en kwetsbaarheid, dat is waar het om draait. Het is een compleet ander leven waarbij je mensen aantrekt op basis van wie je echt bent, niet op basis van wie je denkt te moeten zijn. Het is alles. En het begint met jezelf alle liefde kunnen en mogen geven, ook als het niet meezit. Ik wens het ons allemaal zo hard toe, omdat het mijn overtuiging is dat de wereld een mooiere en betere plek zou zijn als iedereen zichzelf tien procent liever zou leren zien en benaderen.


Ik coach 1:1, en NTS gaat ook nog eens open.

Zet je op de wachtlijst, dan kan je ook weer in kleine groepjes met mij werken.
Dat is om heel wat redenen boeiend om te doen.

Ik zorg voor een zo veilig mogelijke omgeving.
We doen dingen die ervoor zorgen dat we in elkaars hoofd kunnen kijken.
Ik laat jou trouwens ook meekijken in het mijne. Zodat je weet dat ik net zo goed rampscenario’s entertain over mezelf en anderen, als ik niet oplet. En hoe ik mijn bewustzijn verhoog en inzet op wat ik intentioneel denkwerk noem.

Ik hoop dat ik je overtuigd heb om nog wat dieper te durven en mogen graven. Ga zeker naar de show notes, daar deel ik een link naar het boek dat me inspireerde en naar de gratis gids die ik voor Note to Self heb gemaakt.

Heb je genoten van deze aflevering? Laat dan zeker even een review of rating na op Apple Podcasts of Spotify. Zo kunnen anderen ook mijn podcast ontdekken.